Terug- en vooruitkijken bij tien jaar Hartwig Medical Foundation

Hartwig Medical Foundation heeft in de eerste tien jaar van zijn bestaan grote stappen gezet om alle diagnostische informatie van de patiënt met kanker beschikbaar te hebben als basis voor de behandeling. Directeur Hans van Snellenberg blikt terug op die eerste tien jaar. Samen met dr. Hilde Nienhuis, internist-oncoloog in het UMC Utrecht en lead medisch team bij Hartwig, blikt hij ook vooruit naar de doelen die de stichting de komende jaren wil realiseren.
Drs. Frank van Wijck, wetenschapsjournalist
Het was hoogleraar Medische oncologie prof. dr. Emile Voest (Antoni van Leeuwenhoek, Amsterdam) die met zijn ideeën over uitgebreide data-analyse en sequencing als basis voor precisiegeneeskunde de aanzet gaf tot de oprichting van Hartwig Medical Foundation. Met hoogleraar Humane genetica prof. dr. Edwin Cuppen (UMC Utrecht) erbij, kwam de CPCT-studie (Center for Personalised Cancer Treatment) tot stand. “De gedachte was dat het genereren van veel genetische patiëntendata het mogelijk maakte patronen te herkennen op basis waarvan kon worden voorspeld of een patiënt wel of niet op een behandeling gaat reageren”, vertelt Hans van Snellenberg.
“Filantroop Rob Defares maakte de oprichting van Hartwig in 2014 financieel mogelijk, door hen de vraag te stellen: kunnen jullie een businessplan schrijven voor een professioneel sequencingcentrum, zodat de database snel kan groeien?”
Van de initiële investering van dertig miljoen euro ging tien miljoen naar het sequencingplatform Illumina Hi Seq X 10. “Tien apparaten met een gezamenlijke capaciteit voor 5.000 patiënten per jaar”, vertelt Van Snellenberg. “Anderhalf jaar later maakten we de sprong van twaalf naar 44 includerende ziekenhuizen en naar dataverzameling van 3.000 patiënten per jaar. Inmiddels is onze genetische database de grootste ter wereld in zijn soort (ruim 7.000 patiënten), en beschikken we over klinische data, welke therapie de patiënt heeft gehad en wat daarvan de uitkomst is. We weten dat dure therapieën bij een minderheid van de patiënten zinvol zijn. Dus als je weet bij welke patiënten, kun je geneesmiddelen beter inzetten en wordt de zorg minder duur. Bovendien bespaar je patiënten bijwerkingen van behandelingen die geen effect hebben. Nu gooien we anderhalf miljard euro per jaar het raam uit. Klinische data en uitkomstdata verzamelen, geeft een instrument om dat te veranderen.”
Hans van Snellenberg
“We weten dat dure therapieën bij een minderheid van de patiënten zinvol zijn. Dus als je weet bij welke patiënten, kun je geneesmiddelen beter inzetten en wordt de zorg minder duur. Bovendien bespaar je patiënten bijwerkingen van behandelingen die geen effect hebben. Nu gooien we anderhalf miljard euro per jaar het raam uit. Klinische data en uitkomstdata verzamelen, geeft een instrument om dat te veranderen.”
Eerste reacties
Vanuit de ziekenhuizen werd verschillend gereageerd op Hartwig, geeft Van Snellenberg toe. “Er waren er die onze uitgangspunten meteen omarmden, zoals het Erasmus MC. Maar er waren er ook die zich afvroegen wie die cowboys uit Amsterdam waren en of die uitslagen van whole genome sequencing (WGS) wel betrouwbaar waren. Om beter aan te sluiten bij de klinische wereld, kregen we versterking van dr. Paul Roepman als klinisch moleculair bioloog in de pathologie. Wat daarnaast ook hielp om vertrouwen te winnen, was de samen met het Antoni van Leeuwenhoek uitgevoerde WIDE-studie. Hiermee toonden we aan dat we met WGS dezelfde moleculairetestresultaten kregen als alle afzonderlijke tests samen. Dit gaf de klinische waarde van deze WGS-test aan.”
Met de data in de database kon verbetering in de moleculaire diagnostiek worden bereikt. Van Snellenberg: “Een voorbeeld hiervan betreft de diagnose primaire tumor onbekend (PTO). Samen met pathologen en softwareontwikkelaars hebben we het CUPPA-algoritme (gebaseerd op de database) ontwikkeld om het primaire tumortype te voorspellen. Dit heeft het nut van breed testen ook voor deze PTO-patiënten klinisch aangetoond en behoort tot vergoede diagnostiek.”
Samenwerking
Diverse samenwerkingen kwamen tot stand. Niet alleen met academische en perifere ziekenhuizen, maar ook bijvoorbeeld met GenomeScan. “Een logische samenwerking”, vertelt Van Snellenberg, “want we sequencen allebei en hebben dezelfde infrastructuur. Maar GenomeScan is in de klinische genetica begonnen en wij in de oncologie. Samen kunnen we versnelling creëren in het bereiken van betaalbare diagnostiek op basis van WGS.”
Een ander voorbeeld is de internationale samenwerking met de Clinical Knowledgebase (CKB) van The Jackson Laboratory. “Zij analyseren 20.000 wetenschappelijke publicaties per jaar”, vertelt Hilde Nienhuis. “Wij maken gebruik van CKB zodat op onze WGS-rapporten geschikte behandelingen en klinische studies zichtbaar zijn. De belangrijke vervolgstap is om dit verder op maat te maken voor de Nederlandse situatie, zodat we ook kunnen laten zien welke behandelingen in Nederland beschikbaar zijn voor een patiënt.”
Hans van Snellenberg
“De gedachte was dat het genereren van veel genetische patiëntendata het mogelijk maakte patronen te herkennen op basis waarvan kon worden voorspeld of een patiënt wel of niet op een behandeling gaat reageren”
Bruggen slaan
Nienhuis is sinds 2022 aan Hartwig verbonden als lead van het medisch team. “Een enorme meerwaarde voor mij naast mijn werk in de patiëntenzorg in het UMC Utrecht”, vertelt ze. “Ik sla de brug tussen de klinische wereld, het laboratorium en de softwareontwikkeling, van oudsher gescheiden werelden. In het medisch team werken we met twee klinisch moleculair biologen in de pathologie. We verrichten de laatste check op het WGS-rapport dat op basis van de sequencing en analysesoftware automatisch wordt gegenereerd. We beschikken tevens over een arts-onderzoeker die werkt op het gebied van GENAYA, waarmee we het DNA van duizend jongvolwassenen met kanker volledig in kaart brengen. Daarvoor hebben we nu afspraken met 34 ziekenhuizen om WGS te kunnen uitvoeren. We onderzoeken waarom jongeren kanker krijgen en of we aanknopingspunten kunnen vinden voor behandeling. Ook dit is weer een kwestie van de brug slaan, want GENAYA is een van de onderwerpen waarmee ik me ook in de kliniek bezig hou.”
Hilde Nienhuis
“Ik sla de brug tussen de klinische wereld, het laboratorium en de softwareontwikkeling, van oudsher gescheiden werelden”
Van Snellenberg: “Met jou hebben we de gebruiker in huis. Stel, er is nieuw bewijs voor een marker. Dan willen wij stante pede onze software aanpassen om te laten zien dat de patiënt baat heeft bij een behandeling. Hilde is dus de trechter naar de softwareontwikkeling, om te waarborgen dat onze rapporten altijd aansluiten bij de laatste wetenschappelijke literatuur.”
Toekomst
Voor de komende jaren is het zaak rekening te houden met twee dominante ontwikkelingen, stelt Van Snellenberg: de personele krapte in de zorg en de zorgkosten. “Ons eerste doel was de zorg verbeteren, maar deze twee thema’s zijn nu ook voor ons leidend”, zegt hij. “Hierbij is belangrijk dat we nu zo’n beetje op het punt zijn dat WGS niet meer duurder is dan standaarddiagnostiek. We zijn ver in onderzoek dat aantoont dat een nieuw sequencingplatform de kostprijs verder verlaagt. Als we dit kunnen toepassen, gaan de kosten van een WGS-test duizend euro omlaag.
Daarnaast willen we meer waarde toevoegen voor de arts. Dit doen we met het ACTIN-algoritme om automatisch de beschikbare trialopties weer te geven voor patiënten met uitgezaaide kanker. Nog in onderzoek is de ontwikkeling om op basis van real-worlddata te kunnen voorspellen of en hoe lang een patiënt effect gaat hebben van een geneesmiddel. We gebruiken hierbij onder meer data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en van het PLCRC-cohort over colorectale kanker om te bepalen of dit kan werken.”
Nienhuis: “We missen nog steeds veel klinische data om onderzoeksvragen en klinische vragen goed te kunnen beantwoorden. We gebruiken al de data van de NKR voor GENAYA en we willen met IKNL de volgende stap zetten om met zorgevaluatie nog beter te kunnen bepalen welke patiënten wel of geen baat zullen hebben van een behandeling. We moeten hiervoor meerdere databronnen bij elkaar brengen en dat doen we samen met veel partijen in Nederland. Ook hier trekken we nauw op met IKNL.”
En ook internationaal, vult Van Snellenberg aan. “Duitsland bijvoorbeeld heeft een cohort van 4.000 patiënten met zeldzame typen kanker. Genomics Engeland heeft ook een waardevol cohort. En met het congres Clinical Cancer Genomics 2025 in maart proberen we met zes Europese partijen het data delen verder in beweging te krijgen. We willen klaar zijn voor de European Health Data Space.”
U las een artikel over het onderwerp Lerend zorgsysteem. Wellicht bent u ook geïnteresseerd in Algoritmes, Behandeling op maat, Geen onderdeel van een categorie, GENAYA project, Hartwig Medical Database, Hartwig Medical Foundation, Innovatie, Primaire Tumor Onbekend, Whole genome sequencing of Zeldzame kankers.Alle nieuwsberichten
Lees ook

Gegevens uit de echte wereld gebruiken voor betere oncologische zorg
Artsen willen een behandeling alleen gebruiken als er voldoende bewijs is dat die zal werken: als er evidence voor is. Een heel …

WGS Symposium 7 november 2023
Op dinsdag 7 november organiseert het Antoni van Leeuwenhoek in samenwerking met het Prinses Máxima Centrum en Hartwig Medical Foundation …

Grote winst te behalen met studies naar DNA-mutaties in lymfeklierkanker
21 januari 2019 Whole Genome Sequencing (WGS) wint terrein in de diagnostiek van solide tumoren. In de hematopathologie blijkt sequencing …

Het aantal WGS- samples dat Hartwig Medical Foundation heeft, is uniek in het onderzoeksveld en groeit snel. Toen we begonnen waren het er 3.500 en dat zijn er nu al meer dan 5.000.